woensdag 12 augustus 2015

De waanzin van de wegcode (1): Waarom een nieuw verkeersreglement ?

Halleluja !

Karin Genoe, gedelegeerd bestuurster van het BIVV, schrijft in een opiniestuk in De Tijd dat de 40 jaar oude wegcode aan een revolutie toe is.
En dat op zich, is eigenlijk al een kleine revolutie !

40 jaar lang is er door de verschillende ministers, staatssecretarissen, en het federaal Parlement, op een onwaarschijnlijke schaal gemorreld aan de wegcode zonder daarbij veel oog te hebben voor de bestaande regels of de gevolgen van de nieuw ingevoerde regels.

Het resultaat is vandaag een hutsepot van vaak tegenstrijdige, dubbelzinnige, of onduidelijke bepalingen waar eigenlijk geen kat nog wijs uit geraakt.
De politiek niet.
De politie niet.
De wegbeheerders niet.
En de weggebruikers nog het minst van allemaal - hoe goed ze het allemaal denken te weten.


Het verkeersreglement - of wegcode, een verbastering van de franstalige code de la route - is oorspronkelijk een Koninklijk Besluit van 1 december 1975 - gebaseerd op het Verdrag inzake het Wegverkeer.

Zo staat het er officieel :
1 DECEMBER 1975. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer [en van het gebruik van de openbare weg].

In de databank van de geconsolideerde wetgeving, zitten niet minder dan 63 geachiveerde versies van dit KB over de laatste 25 jaar.
Niet minder dan 37 (!) van die aanpassingen gebeurden in de laatste 10 jaar !


De ronduit absurde gevolgen ?

Ondanks de veel te uitgebreide verkeerswetgeving, is er nergens bepaald wat de openbare weg eigenlijk is. Het is de rechtspraak die dat intussen bepaald heeft.


Bepalingen die al jaren geleden aan het Verdrag toegevoegd werden, zijn ondanks alle aanpassingen nog steeds niet doorgevoerd in het Belgische verkeersreglement - o.m. de nieuwe zig-zag markering voor een bushalte, die verwarring met de huidige verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken uitsluit.


Meer dan 500 bepalingen, voorwaarden, borden, onderborden regelen het parkeren.


Veranderen van rijstrook kan bepaald worden door niet minder dan 4 verschillende voorrangsregels - waarbij de weggebruikers ook rekening moeten houden met meerdere arresten van het Hof van Cassatie.


Sinds 2004 koppelt de wetgever voorrangsbepalingen aan het dwarsen van een fietspad - een regeling die intussen aan haar derde versie toe is, en nog steeds tot dwaze toestanden leidt.
Het meest opvallende resultaat is dat de Vlaamse overheid omwille van een foute interpretatie van deze verkeersregel Artikel 12.4bis , al een paar jaren fietspaden verwijdert waar die een voorrangsweg dwarsen.
Fietsers op een dubbelrichtings-fietspad rijden in Vlaanderen voortaan op een niet-reglementaire plaats op de rijbaan, waar andere bestuurders geen fietsers verwachten. Welkom in de dode hoek !
Over een Pyrrus-overwinning voor de fietslobby gesproken !


De fietsstraat leidt tot een absurd bordenbos - om een inhaalverbod op te leggen dat ofwel al bestaat waar er onvoldoende plaats is, ofwel nodeloos hinderlijk (en milieu-onvriendelijk) is voor ander verkeer waar er wél voldoende plaats is om fietsers veilig in te halen.
Als de bestaande regel niet wordt nageleefd, verzin dan nog meer regels ... la solution belge.



De invoering van "rechtdoor / rechtsaf door rood voor fietsers" door het Parlement was een beschamende soap. De nieuw ingevoerde voorrangsborden hadden initieel geen enkele waarde bij werkende verkeerslichten waarop ze een uitzondering moesten vormen !
Dus breide men nog maar een extra uitzondering aan Artikel 6.3 .
Het mag immers gerust nog wat complexer ...
En dat allemaal voor een maatregel die perfect via infrastructuur te regelen is, waar dat veilig kan.
Intussen rijden fietsers zowat overal door rood. Nog een Pyrrus-overwinning er bij.


Ritsen ? Totale chaos !
De indieners van een wetsvoorstel inzake ritsen werden vooraf gewaarschuwd voor de onzinnige gevolgen van hun wetsvoorstel.
Staatssecrretaris Wathelet voerde het desondanks (enigszins aangepast) toch in ...
De Vlaamse overheid publiceert een "handleiding" en plaatst borden inzake ritsen die stomweg niet stroken met het verkeersreglement.
Minister van Mobiliteit Galant snapt dan weer niet waar de Vlaamse overheid in de fout gaat ...
(Schriftelijke vraag van N-VA Kamerlid Bert Wollants, p 131 e.v.)
Wie ritst volgens de "Vlaamse" regels, overtreedt de federale wegcode !


Om het verkeersreglement te begrijpen, moet men de rechtsregels kennen:
Specifieke regels gaan boven een algemene regel.
Alleen stelt de wegcode nergens wat een algemene regel is, noch wat een specifieke regel is.
Wat er moet gebeuren wanneer 2 specifieke regels met elkaar botsen (pun intended) is anyone's guess.
Klassiek voorbeeld:
Een fietser verandert van richting (voorrangsplichtig op basis van Artikel 19.4 ?) maar doet dat op een fietspad dat de rijbaan dwarst (voorrang omwille van Artikel 12.4bis ?) .
En wat als dat dwarsende fietspad er niet eens mag liggen ?



De rechtspraak wringt zich in de meest onwaarschijnlijke bochten om deze manke wetgeving toch maar te doen kloppen.
Een goed voorbeeld is de zogenaamde conflictvrije afslagregeling, waarbij verkeerslichten met pijlen én cirkelvormige verkeerslichten zeer verwarrend naast elkaar gebruikt worden voor links afslaand verkeer, terwijl Artikel 61.1.4° duidelijk stelt dat het systeem met pijlen de cirkelvormige lichten vervangt - dus niet aanvult.
Wat weinigen zich realiseren is dat deze pijlvormige verkeerslichten de voorrangsborden niet opheffen als ze boven de rijstroken (ipv rechts) aangebracht zijn - staat er een stopbord, dan u moet er dus ook stoppen ... bij groen. Pure Kafka.



Wat nu ?

Het verkeersreglement moet zoals mevrouw Genoe stelt, totaal herzien worden.

Uiteraard op basis van het Internationale Verdrag inzake het Wegverkeer waaraan België gebonden is. Dit moet in een zo helder en zo minimalistisch mogelijke vorm gegoten worden, zonder allerhande overbodige ballast en eigen fantasietjes toe te voegen die de huidige wegcode onbegrijpbaar gemaakt hebben. Precies door het weglaten van die ballast, komt er ruimte om te zorgen dat alles ook juridisch sluitend is.

Tussen de artikels van de wegcode staan ook hopen bepalingen die er gewoon niet in thuis horen.
Artikels inzake het rijbewijs en de leeftijd van de bestuurders; over de plaatsing van verkeerstekens; over de technische eisen van sommige voertuigen; voorwaarden aan ladingszekeringssystemen; ...

Vele van deze bepalingen vloeken intussen met bepalingen over hetzelfde onderwerp in àndere wetgeving omdat men bij aanpassingen aan het éne stomweg vergeet ook het àndere aan te passen.



En verder ?

De herziening van de verkeerswetgeving moet veel verder gaan dan enkel het verkeersreglement.

Ook de rijbewijswetgeving is intussen een onwaarschijnlijk kluwen door alle ondoordachte aanpassingen.

Sinds 2013 levert België rijbewijzen B (auto's tot 3,5 ton MTM) af aan bestuurders die met het verkeerde type voertuig oefenden en hun examen aflegden met een voorlopig rijbewijs B dat hen enkel toeliet ... met een motorfiets A2 te rijden !
Al deze rijbewijzen zijn dus feitelijk ongeldig !
De politiek vertikt het voorlopig om deze gigantische flater - en de gevolgen er van - recht te zetten.


De manier waarop wetgeving in België aangepast wordt, leidt ook steevast tot flaters.
De artikels of delen ervan worden vaak niet als geheel vervangen.
Men vervangt vaak woorden, zinssneden of voegt er toe.
De omschrijving waar de verandering gebeurt, neemt soms meer plaats in dan de gewijzigde paragraaf of alinea op zich.

Bij de wetgeving inzake het voorlopige rijbewijs B verving Wathelet dan weer zo ongeveer het ganse KB, maar niet door een ànder, nieuw KB op een nieuwe datum.
Wél door een nieuwe variant van dit KB op de oorspronkelijke datum, hoewel de oude versie onverkort van toepassing bleef op de bestaande voorlopige rijbewijzen.
Verwarring alom natuurlijk !